Voor een wedstrijd zorgt de mechanieker dat alle fietsen klaar staan, schoongemaakt zijn en alles in orde is. Alle ploeg auto’s zijn schoongemaakt, zodat ze netjes voor de dag komen. Op de koersdag zorgt de mechanieker voor de transponders en kaderplaatjes op de fietsen van rensters en renners. Alle fietsen moeten op of in de auto’s staan en de wedstrijdfietsen laden ze er bij de start weer af/uit. Alle reserve fietsen moeten natuurlijk ook klaar staan op de auto’s, voor het geval dat de rensters of renners pech hebben.
Tijdens de koers gaat de mechanieker mee met de ploegleiderswagen. De mechanieker zit rechts achterin en bij lekke banden of materiaalpech komen ze in actie. Als mechanieker moet je rustig kunnen blijven, want als je in de stress schiet kunnen er alleen maar problemen ontstaan.
Na de koers begint alles weer van voren af aan. Alle fietsen gaan weer het dak op, ze pakken de boel in en maken alles weer schoon voor de volgende koers.